Dag 4 – Maken van een topiclijst
Welkom bij dag 4. Om je hoofdvraag te kunnen beantwoorden, is het belangrijk dat je allerlei subvragen beantwoord. Subvragen zijn vragen die delen van de hoofdvraag omvatten. De subvragen zet je overzichtelijk in een topiclijst, ook wel gespreksleidraad of vragenlijst genoemd. Dit is geen enquete 😉
Start vanuit de hoofdvraag en subvragen (zie mijn blog dag 2) met brainstormen; bedenk na over wat je allemaal wilt weten en deel deze vragen op in verschillende onderdelen/onderwerpen. Betrek hier ook je collega’s bij.Â
Bereid met deze vragen en onderwerpen een topiclijst, een vragenlijst voor. Denk na over een logische volgorde van vragen voor de doelgroep. Moeilijke vragen stel je niet als eerste. En cluster vragen over een bepaald onderwerp bij elkaar. Als je weinig ervaring hebt met interviewen, raad ik je aan om alle vragen helemaal uit te schrijven zodat je een houvast hebt tijdens het gesprek.Â
Ik bedenk van een aantal vragen vooraf wat de mogelijke antwoorden zouden kunnen zijn en zet die schuingedrukt achter de vragen. Ze zijn er om respondenten te helpen die spontaan nergens op komen. Geef deze antwoorden niet te snel; anders is er de kans dat ze ‘meeknikken’. We zijn vaak juist op zoek naar datgene dat ze spontaan noemen en zelf echt belangrijk vinden.Â
Denk goed na over de vraagstelling. Het is belangrijk dat jouw doelgroep de vragen begrijpt. Houdt rekening met hun taalontwikkeling en woordenschat. Kinderen onder de 8 jaar bijvoorbeeld nemen veel woorden ‘letterlijk’. Gebruik niet teveel ingewikkelde woorden. Niemand wil zich dom voelen. Pas ook op met gebruiken van jargon; woorden en afkortingen die voor jou en jouw organisatie logisch zijn, zijn dat niet altijd voor de doelgroep. Het is vooral interessant om te ontdekken hoe je klanten praten over een bepaald onderwerp. Welke woorden gebruiken zij?
Zorg voor afwisseling in het gesprek. Stel niet alleen vragen maar leg bijvoorbeeld ook stellingen voor, laat ze top 5 van ideeën maken, laat ze in verschillende groepjes nadenken over een vraag. Of een creatieve opdracht. Ik bespreek hier welke creatieve werkvormen je kunt inzetten.Â
Het gaat niet zozeer om wat individuen ergens van ‘vinden’ (het zijn tenslotte geen grote aantallen mensen); het gaat erom het ‘hoe’ en ‘wat’ achter gedrag van de doelgroep te achterhalen. Het is aan te raden om hier naar recent gedrag te vragen.Â
De gespreksleidraad is er als hulp, niet om letterlijk voor te lezen. Als het een vraag-antwoord spel wordt is het meer een soort ‘live’ enquête. Maak er een gesprek van; laat ruimte voor wat een respondent met jullie wil delen en ze mogen ook best iets aan jou vragen. Stimuleer in een groep dat mensen op elkaar reageren en elkaar vragen stellen.Â
Het is belangrijk dat mensen direct voelen dat je interesse hebt in wat ze doen, vinden en denken. Start hier direct mee door in het voorstelrondje door te vragen naar werk, hobby’s of gezin. Plan hier ook tijd voor in. Plan halverwege het onderzoek een korte pauze in zodat iedereen even kan opladen, plassen of wat drinken. Eindig met een afrondende vraag. Ik vraag meestal naar hun eigen conclusie van het gesprek. Wat vinden ze belangrijk om te benadrukken? Of wat hebben ze onthouden? Of eventuele tips die ze voor jullie hebben?
Denk in de voorbereiding na over hoeveel tijd elk onderdeel gaat kosten. Dit is een inschatting en een manier om (tijdens het gesprek of ervoor) keuzes te maken als er te weinig tijd is. Je bepaald hiermee vooraf ook een prioritering van onderwerpen. Wat wil je echt bespreken en wat is leuk als het nog lukt?
Dan zijn we bijna toe aan het onderwerp ‘locatie voor je onderzoek kiezen’. Morgen in dag 5 van mijn blogserie lees je hierover. Ik besprak de afgelopen drie dagen al een aantal belangrijke onderwerpen voor het opzetten van een kwalitatief onderzoek. Gemist? Lees ze nog even: Dag 1. Inleiding: waarom deze blogs? Dag 2: hoofdvraag formuleren en vorm van onderzoek. Dag 3: respondenten werven en selecteren.