Luisteren, kijken en voelen: opvoeden anno 2012

Helikopterouders 2

Een jongetje van anderhalf die van de crèche ‘nee’ moet leren zeggen. Assertiviteitstraining voor de allerkleinste. Een meisje van vier jaar dat op therapie gaat omdat ze ‘sociaal achterblijft’. Ze maakt volgens haar ouders niet genoeg vriendjes en maakt moeilijk contact met anderen. Om mij heen hoor ik steeds vaker dit soort geluiden. Hoe komt dat? Wie heeft er eigenlijk last van als een kind ‘anders’ is? De kinderen of de ouders?

We krijgen later kinderen en minder kinderen. Dus die kinderen die we hebben moeten het wel goed doen, geen teleurstellingen hebben en succesvol worden. In het onderzoek van Now It’s Our Time ‘Samen zijn, samen doen’ onder ouders met kinderen van 0 tot 5 jaar, blijkt dat de belangrijkste waarden die ouders zelf aan kinderen mee willen geven respectievelijk: liefde (76,1%), respect (34,7%) en zelfstandigheid en vertrouwen (beide 29,4%) is. Is het zeer goed in de gaten houden van de ontwikkeling van je kind en direct bijsturen een vorm van liefde en respect? Worden de kinderen hier zelfstandig van? Of is er een andere ontwikkeling gaande?

Vijf type ouders

In Amerika werd in 1990 voor het eerst de term ‘helikopterouders’ gebruikt. Het is een negatieve uitdrukking voor ouders die er alles aan doen om hun kind een leven zonder zorgen en tegenvallers te bezorgen. Ik schreef hier in mei 2010 een artikel over in het magazine FONK. Het lijkt erop dat Nederlandse ouders deze trekjes ook steeds meer gaan vertonen. Niet alle helikopterouders zijn hetzelfde. Hieronder de vijf types.

1. De witte ridder
De witte ridder trekt ten strijde als zijn/haar kind bedreigd wordt door de boze buitenwereld. Is bijvoorbeeld in staat een school aan te klagen als zijn/haar kind een slecht rapport krijgt.

2. De manager
De sjaggeraar, de regelaar die er wel voor zorgt dat zijn/haar kind ten alle tijden de beste behandeling krijgt. Denk aan selectieprocessen waar wel ‘een vriendje’ ingeschakeld wordt voor een voorkeursbehandeling.

3. De bankier
De Homo Economicus: zijn/haar kind is een investering die je veilig moet stellen. Als een school, of zelfs werkgever, naar mening van de ouder ‘underperformed’ komt deze ouder ‘orde op zaken stellen’ om de investering veilig te stellen. Is bijvoorbeeld geneigd om een advocaat in te zetten voor ‘geleden schade’ bij negatieve ervaringen van het kind, zelfs als deze daar een grote eigen verantwoordelijkheid in heeft.

4. De bodyguard
Beschermt zijn/haar kind ten aller tijde; thuis is het veilig, daarbuiten is de boze buitenwereld waar tegen het kind beschermd moet worden. Denk aan ouders die hun kinderen zelf onderwijs geven en activiteiten vooral in en rondom het huis organiseren.

5. De havik
Deze ouder is vernoemd naar een gevechtshelikopter die door commando’s en mariniers veel wordt ingezet. De Black Hawk is een extreme vorm van helikopterouders die bereid zijn over fatsoens- of wetsgrenzen heen te gaan om het kind te beschermen. Denk hier- bij aan een boekverslag voor een kind schrijven, maar ook bijvoorbeeld aan gebruik van (verbaal) geweld.

Neemt bemoeienis van ouders extreme vormen aan?

Okay, wellicht vinden jullie dit overdreven. Maar de bemoeienis met de ontwikkeling van kinderen lijkt hier ook steeds meer extreme vormen aan te nemen. Wat is daar het effect van? Als we het nu eens van een andere, positieve kant, bekijken. Misschien gaan we zien dat als dit jongetje van anderhalf en het meisje van vier jaar als dertig zijn geen dertigersdillema meer hebben. Omdat ze precies weten wat ze kunnen en weten wie ze zijn en wat ze op de wereld komen doen. Klinkt als een utopie. Het lijkt mij toch meer dat we een maatschappij vol met mensen krijgen die middelmatig zijn (omdat iedereen gelijk is), niet zelfstandig keuzes kunnen maken, onzeker zijn en weinig vertrouwen in zichzelf hebben. Het tegenovergestelde van de waarden die de ouders noemen. Meer laten gaan, meer vervelen en meer afwachten.

Ik pleit voor meer laten gaan. Meer vervelen. Meer afwachten. Meer naar je kind als persoon kijken in plaats van naar de ontwikkeling die hij of zij op een bepaalde leeftijd zou moeten hebben. Niet iedereen hoeft op zijn 10de in een talentenjacht ontdekt te worden. Pieken kan ook als je 35 bent. Zoektocht naar wie je bent, wat je kan en wat je wil is soms lastig en pijnlijk, maar ook te belangrijk en te leuk om over te slaan of door je ouders te laten opknappen. Bedenk als opvoeder dat het niet gaat om ingewikkelde gesprekken of therapieen. Maar gewoon kijken, luisteren, voelen en ‘kleine’ vragen stellen. Want zo zei Gerard Westerloo “op kleine vragen krijg je grote antwoorden – en andersom” (uit artikel van Elma Drayer in Vrij Nederland over Gerard Westerloo)

Dit stuk werd gepubliceerd op de blog van Now It’s Our Time